In oktober 2020 werden we voor het eerst geconfronteerd met een bank die een negatieve rente introduceerde. De wereld was te klein. Daarna volgden meer banken. Eerst gold dit nog alleen voor bedragen van meer dan € 500.000 of € 250.000, maar al snel merkten we dat de ondergrenzen steeds verder werden verlaagd. Bijzonder is overigens dat we tegelijkertijd juist een verhoging van de ondergrenzen zien bij de grootbanken wanneer het gaat om het mogen hebben van je eigen private banker, maar dat in dit kader terzijde.
Hoe groot is het probleem?
Vanaf 1 juli 2021 rekenen vrijwel alle banken een negatieve rente van 0,5% over het meerdere boven € 100.000. Hierdoor raakt dit ook steeds meer ‘kleinere’ spaarders. In discussies (tegenwoordig weer live) op verjaardagen en aan de stamtafel speelt het sentiment ook een rol. Maar hoe groot is het probleem nu echt? Feit is namelijk, ongeacht wat je van deze situatie vindt, dat tien jaar geld uitlenen aan de staat momenteel ook tien jaar lang 0,2% negatief rendement betekent. Aan de hand van een voorbeeld laten we je zien wat het effect in de praktijk inhoudt.
Een rekenvoorbeeld
Stel, je hebt € 500.000 op diverse bankrekeningen staan. We spreken hier bewust in meervoud, want velen hebben geleerd van de bankencrisis en het spaargeld gespreid over meerdere banken, ook in verband met het depositogarantiestelsel van € 100.000 per persoon. Stel nu, dat je daarvan € 300.000 verdeelt onder een drietal banken (denk daarbij naast de grootbanken ook eens aan KNAB of Regiobank, die ook onder het depositogarantiestelsel vallen). Qua probleem hebben we het dan over 0,5% over € 200.000, zijnde € 500, berekend vanaf 1 juli dit jaar. In het geval van een heel jaar negatieve rente, betekent dit een negatief rendement van € 1.000 op een vermogen van € 500.000. Dan is nog geen rekening gehouden met de box 3-belasting.
Voorlopig geen nieuw belastingplan
Op Prinsjesdag 2021 is bekend geworden dat het nieuwe belastingplan over box 3-vermogen voorlopig in de ijskast gaat en wordt doorgeschoven naar een nieuw kabinet. Dit betekent dus (nog) geen extra hoge vrijstelling voor spaargeld en belasting over het werkelijke rendement op vermogen anders dan spaargeld.
Alternatieve mogelijkheden
In eerdere artikelen van ons (link plaatsen) hebben we mooie alternatieven besproken, waaronder de Spaarpot BV voor grotere spaarvermogens en laag renderende beleggingen, zoals hypotheekleningen aan kinderen. Hiermee kan de zware belastingdruk in box 3 worden voorkomen. Een negatieve rente kan onder voorwaarden zelfs fiscaal aftrekbaar zijn in de Spaarpot BV.
Vind je de negatieve rente nog steeds een groot probleem en ben je op zoek naar betere alternatieven? Dan gaan wij, de financieel planners van Planners van Waarde, graag met je in gesprek om te zoeken naar de beste oplossingen die bij jou passen en van waarde zijn.
Wil je ook op de hoogte blijven? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief.
