Prinsjesdag 2020 en de belangrijke wijzigingen voor de vastgoedsector

Zoals jullie wellicht al hebben kunnen lezen, heeft de regering een aantal belangrijke wijzigingen goedgekeurd, die vanaf 2021 voor de vastgoedsector doorgevoerd worden.

Overdrachtsbelasting verhoogd naar 8%

Het algemene tarief van de overdrachtsbelasting wordt verhoogd van 6% naar 8%. Dit tarief geldt voor alle niet-woningen en voor woningen die door de verkrijger niet of slechts tijdelijk als hoofdverblijf worden gebruikt. Hierbij kun je denken aan vakantiewoningen, woningen die ouders kopen voor hun kind, bedrijfspanden en verkrijgingen van woningen door niet-natuurlijke personen zoals rechtspersonen (bijvoorbeeld een BV of woningcorporatie).

Houd dus rekening met een verhoging van het algemene tarief van de overdrachtsbelasting per 2021 naar 8%. Zorg zo mogelijk voor overdracht in 2020; dat bespaart 2% overdrachtsbelasting.

Startersvrijstelling overdrachtsbelasting

Starters op de woningmarkt worden onder voorwaarden vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Zij moeten hiervoor 18 tot 35 jaar zijn, een (recht op een) woning verkrijgen en de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaan gebruiken. Deze vrijstelling zal gelden tot 1 januari 2026. Ook mag de vrijstelling niet eerder zijn benut. Of aan de voorwaarden wordt voldaan, wordt beoordeeld ten tijde van de verkrijging (het passeren van de akte). Bij een gezamenlijke aankoop van een woning moet men de toepassing van de vrijstelling per persoon bekijken. Mogelijk geldt voor het aandeel van de ene koper een vrijstelling en voor het aandeel van de andere koper niet.

Belangrijk: er geldt een overgangsregeling voor kopers die voor 1 januari 2021 een woning hebben gekocht. Als zij aan alle voorwaarden voldoen, kunnen ze de vrijstelling toepassen bij een volgende aankoop.

Daarnaast is er een aantal hypotheekverstrekkers dat inspeelt op de levering na 1 januari 2021 door nu kosteloos het renteaanbod te verlengen na 1 januari 2021.

Beperking verlaagd tarief van 2%

Het verlaagde tarief van de overdrachtsbelasting van 2% geldt enkel nog voor natuurlijke personen die een woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaan gebruiken. De verkrijger moet direct voorafgaand aan de verkrijging schriftelijk verklaren dat dit de intentie is. De Belastingdienst zal achteraf gaan controleren of de verkrijger de woning inderdaad voor langere tijd als hoofdverblijf is gaan gebruiken. De fiscus kan de toepassing van het verlaagde tarief daardoor terugdraaien (met belastingrente en evt. een boete). De Belastingdienst moet hierbij wel rekening houden met onvoorziene omstandigheden, zoals een scheiding of overlijden.

Onroerende zaak en economisch eigendom

Er zijn twee zaken die worden uitgezonderd van toepassing van de startersvrijstelling en het verlaagde tarief voor de overdrachtsbelasting. Allereerst is de verkrijging van alleen het economische eigendom van een woning, zonder dat ook het juridische eigendom wordt geleverd, uitgezonderd. Daarnaast is ook de verkrijging van aandelen in een rechtspersoon, die vooral vastgoed in eigendom heeft, uitgezonderd .

De verkrijging van een specifiek recht van lidmaatschap van een vereniging of coöperatie, inclusief het recht op het gebruik van minstens 90% van een woning, kan wel onder de vrijstelling of het verlaagde tarief vallen.

Samenvatting

Vanaf 2021 staan er belangrijke wijzigingen op stapel. Dit geldt voor zowel starters, die ten aanzien van de overdrachtsbelasting erop vooruit gaan vanaf 1 januari 2021, alsook voor beleggers die meer gaan betalen vanaf 2021. Natuurlijk zijn er meer factoren van belang, zoals de prijs, de waardeontwikkeling, de verhuurbaarheid, de kwaliteit en de ligging van het pand et cetera en is het belangrijk dat je altijd de samenhang goed blijft bekijken.

Wil je weten wat voor jou de beste keuze is, neem dan vrijblijvend contact op met één van onze planners!

 

« Terug naar overzicht